‘Er is geen blauwdruk om een kerkgebouw toekomstbestendig te maken’
Op 13 december 2024 start de derde editie van de Leerlijn Behoud het kerkgebouw Overijssel, die de ErfgoedAcademie in samenwerking met de provincie Overijssel organiseert. Deze leerlijn is bedoeld voor kerkeigenaren, -bestuurders en -beheerders en betrokken vrijwilligers in de provincie Overijssel. Tijdens zes bijeenkomsten (online en op locatie) gaan de deelnemers aan de slag met toekomstplannen voor hun kerkgebouw. We stelden Suzan Flokstra, beleidsadviseur erfgoed bij de provincie Overijssel, een aantal vragen over de leerlijn.
Hoe is de leerlijn tot stand gekomen?
“Als provincie kregen we veel vragen over kerken. Deze gebouwen vormen een bijzondere erfgoedcategorie, zowel wat betreft opgaven als kansen. We hebben in Nederland een scheiding van kerk en staat, de overheid bemoeit zich niet met het geloof. Maar we hebben wel te maken met de gebouwen. Als een gebouw de deuren dreigt te sluiten, raakt dat hele gemeenschappen en dat heeft ook invloed op de leefbaarheid van een wijk of dorp. We hebben de leerlijn ontwikkeld om te stimuleren dat er nagedacht wordt over de toekomst van kerkgebouwen en om daar handvatten voor te bieden. Er is namelijk geen blauwdruk om een kerkgebouw toekomstbestendig te maken. Met deze leerlijn delen we beschikbare kennis en gaan we met elkaar in gesprek. Herbestemmen is kostbaar en ingrijpend, het is daarom belangrijk goed na te denken en ervaringen uit te wisselen om tot een duurzaam plan te komen.”
Kun je iets vertellen over wat de vorige twee edities van de leerlijn hebben opgeleverd?
“De sfeer tijdens de twee vorige edities was ontzettend goed. Onder de deelnemers was veel herkenning en soms ook opluchting, mensen zagen dat zij niet de enige waren die worstelen met uitdagingen. Ook kon men in vertrouwelijke sfeer met elkaar spreken over moeilijke onderwerpen. Eén van de centrale vragen was: ‘Wat is het merk van je kerk?’ Deelnemers dachten na over wat hun visie op het kerkgebouw is. Soms hadden ze al een plan gemaakt, maar kwamen ze er gaandeweg achter dat dat bijgesteld moest worden. De leerlijn leverde dus vaak nieuwe inzichten op. Het was ook mooi te zien dat men van elkaar leert en dat verschillende geloven en gezindten samen optrekken om kerkgebouwen voor de eredienst te behouden of na te denken over andere mogelijkheden. Ook is er uit de leerlijn een mooi netwerk ontstaan, er zijn zelfs plannen voor een terugkomdag om ervaringen uit te wisselen en te kijken waar iedereen staat.”
Wat leren de deelnemers tijdens de leerlijn?
“We bieden de deelnemers meer inzicht in de factoren waar je rekening mee moet houden bij het toekomstbestendig maken van een kerkgebouw of bij herbestemming. Het is soms een waar doolhof waarin je kunt verdwalen. Je krijgt te maken met vraagstukken over verduurzaming, financiën, exploitatie en de lokale situatie van het gebouw. Dat wil zeggen dat het bijvoorbeeld geen goed idee is om een dorpshuisfunctie te ambiëren als er al een dorpshuis in je dorp is, dan word je elkaars concurrent. Maar deelnemers leren ook waar ze moeten beginnen en hoe ze tot een uitvoerbaar plan komen. Ook zijn er experts aanwezig aan wie ze vragen kunnen stellen. Zo ben ik er vanuit de provincie, ik kan alle deelnemers vertellen over de verschillende provinciale subsidieregelingen. Maar er is ook iemand vanuit het Nationaal Restauratiefonds die alles over leningen weet. Daarnaast is er ook iemand van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voor vragen over rijksmonumenten en vergunningstrajecten. Wij zijn de hele tijd beschikbaar, ook in de pauzes. Deelnemers mogen alles vragen!”
Welke onderwerpen komen er nog meer aan bod?
“Er zijn nog meer experts aanwezig. Zo is er een architect die meedenkt over het interieurplan en de haalbaarheid van mogelijke investeringen. Voordat je bijvoorbeeld een verbouwing uitvoert om een grote toiletgroep aan te leggen, is het belangrijk te weten of die verbouwing over tien jaar ook nog een slimme zet is. Financieel, maar ook qua gebruik en voor het gebouw. Ook gaat het over de exploitatiemogelijkheden. Bij vorige edities vertelden twee ervaringsdeskundigen over de exploitatie van hun kerkgebouw en de inzet van vrijwilligers en bestuur. De één namens een grote kerk in Rotterdam en de ander namens een klein kerkje in Oud-Avereest. De schaalgrootte is anders, maar het exploitatiemodel is vergelijkbaar. Een collega die als initiatievencoach werkt voor Sociale Kwaliteit gaat in op de verbindende kracht van de samenleving en in het bijzonder de rol van vrijwilligers. Hoe groot is die en kun je misschien samenwerken met partners uit je gemeenschap? Andere collega’s uit de provincie gaan in op verduurzaming en wat daar de mogelijkheden zijn. Daarnaast agenderen deelnemers hun eigen uitdagingen. Daar is alle ruimte voor, zeker omdat we tijdens de leerlijn op bezoek zijn in de kerkgebouwen van deelnemers zelf. Kortom: een gevarieerd programma op verschillende locaties. Deze leerlijn is trouwens kosteloos, we hopen zoveel mogelijk mensen te mogen ontvangen.”
De Leerlijn Behoud het kerkgebouw Overijssel begint op 13 december.
